Etappe 3 Moerdijk-Zundert (55 km)

 

De eerste regendag.Vanochtend vroeg op pad, de ochtend blijft nog droog, daarna begint het te regenen en barst het onweer los.

Gelukkig houdt Laurens zijn schoolritme goed vast en wil hij steevast om half zeven bij ons in bed. Het lukt Rienke en mij weer  om samen op een éénpersoonsbed te slapen, als lepeltjes, net als lang geleden. De eerste nacht was koud en ik had wel een goed matje, maar zo alleen op zo'n matje slaapt toch niet zo lekker. Maar met zijn drieën is zo'n éénpersooonsbed toch te klein en zo heb ik een goede reden om vroeg op te staan en al vast de spullen te gaan pakken. 

Negen uur fietsen we al van camping Joly weg.  Wat een verschil met gisteren, met een flinke wind in de rug snellen we via Lage Zwaluwe door een polderlandschap naar Terheijden. Rienke en ik ruilen even van fiets, zij met Laurens op de Allycat en ik trek even de fietskar (een Bykebooke) voort. De kar ligt stabiel achter de fiets, maar zoals te verwachten, lijkt ieder viaduct dubbel hoog.

Breda is prachtig stil op zondagachtend en hotel-restaurant de Klok heeft lekker gebak. De Grote Kerk wordt net gerestaureerd en de restauratie staat onder leiding van architectenbureau van Stigt! Dit architectenbureau verzorgde ook de ombouw van het Entrepotdok in Amsterdam van pakhuis in sociale woningbouw in de straat waar we hebben gewoond.

Tijden de koffie vallen de eerste regendruppels, maar gelukkig klaart het snel weer op.


Jacobskapel in Galder
Langs het riviertje de Mark trekken we zuidwaarts. Net onder Breda ligt het dorpje Galder met de oudste Jacobskapel van Nederland. Toevallig komt net de pastoor langs, waardoor we de kapel van binnen kunnen bezichtigen. De pastoor klaagt over de concurrentie van Meersel-Dreef waar het tussen de friteuse en de terrasjes beter kerken is.
In de kapel hangen schelpen van pelgrims met hun naam erop geschilderd. Het Jacobsbeeld (met rozenkrans!) is nog maar zo'n twintig jaar oud. Het leukste van deze stop is het mooie stempel, dat mijnheer pastoor zelf in de pelgrimspas zet. 

We gaan weer terug naar het fietspad langs de Mark. De wind waait in de rug, dus trappen maar. En dan barst een echte bui los, zonder dat we in de buurt van een schuilplaats zijn. Houden wij het, houden onze tassen het en houdt het dekzeil van onze kar het?


De eerste grenspaal
Natuurlijk blijkt op zo'n moment de camping net op een heel andere plek te zijn, dan waar hij volgens ons zou moeten liggen. Twee uur lang fietsen we door de stromende regen. De tochtgenoten worden stiller, we trappen flink door om de camping te halen. In de stromende regen bereiken we de camping bij Zundert: nat, nat, nat.
Maar het kan slechter, de spullen zijn doornat, er is een wasdroger op de camping en we gooien de kleren in een wasmachine. Helaas moeten we wel een pak waspoeder van twee kilo kopen in de campingwinkel. Uiteindelijk sjouwen we dit pak nog twee weken mee, zonder het verder nog te gebruiken, voordat we de overtollige ballast lozen.

Eric blaast uit
Eric duikt met een boek in een van de hoogslapers. Hij heeft het even helemaal gehad. Ik ben benieuwd wat we morgen gaan doen. Bij het stallen van de fietsen blijkt het achterwiel van Berend's racefietsje aan te lopen en zowaar zonder al te veel problemen richt ik het wiel.
Het fietsen zelf is gezellig,wel heel anders dan vorige jaren, toen ik Berend met mijn rechterhand op zijn schouder begeleidde. Af en toe fietsen de jongens samen een stukje op, dan fietst Eric weer met mij en zo wisselen we de hele tijd.

Nee, ondanks de regen lijkt dit een goede tocht te worden.

 

© Schrijver en Schrijver