Etappe 4 Zundert-Mechelen (79 km)

 

We trekken Vlaanderen in. We fietsen over mooie boerenweggetjes en snelle jaagpaden.

Toch maar redelijk op tijd opgestaan, het is droog maar bewolkt. We besluiten weg  te gaan met twee alternatieve overnachtingsmogelijkheden; Zoersel voor als het redelijk droog blijft en Nijlen voor het geval het hard regent. De jongens hebben net  als wij geen zin in een rustdag op de stacamping in Zundert. We volgen een alternatieve route, die Theo en Berend gisteren al voor verkend hebben. Het is een mooie route, maar voert deels over een zandpad. Dat is zwaar trappen voor een dame op leeftijd met een kar.

We zijn optimistisch over de moderne mogelijkheden: pinnen moet toch overal kunnen, maar nee in Sint Lenaars lukt dat niet. Alle automaten weigeren onze pasjes. Van de laatste franken kopen we "grof brood", zodat we niet helemaal verhongeren, maar het cafébezoek moeten we nog even uitstellen.

De jongens hebben er zin in, grappend en grollend zetten we onze eigen route naar Westmalle voort. Behalve de bekende trappisten brouwerij (en klooster natuurlijk) heeft dit Vlaamse dorp weinig te bieden. In Zoersel trekken we toch nog geld, maar de winkels zijn net dicht gegaan voor de lunch.

Zoersel: Mariakapel
Bij een Mariakappelleke hebben we een aardige lunch. Kent Theo het Wees Gegroet niet meer helemaal? Laurens lost het op "dan zeg je toch gewoon amen". We laten de stilte in de kapel op ons in werken en staan zelf ook even stil.

Buiten Zoersel pikken we de Jacobsroute weer op.


Lier
Er valt af en toe een buitje, maar het weer valt reuze mee. Een groot aantal kilometers rijden we op een mooi autovrij jaagpad langs de rivier de Nete, lekker vlak asfalt in plaats van kasseien, prima.

Begijnhof
Lier lijkt eerst vooral druk, we rijden tussen auto's over kasseiën. Het plein is echter mooi: een stadhuis met belfort en een Jacobskapel. 

De kerk, Brabantse gotiek, is gewijd aan St. Gommaire, een Germaanse veldheer. Verrassend is een gerestaureerd, autovrij deel van de stad met kleine straatjes, een Begijnhof en een weeshuis.


Langs de Nete
Daarna weer verder langs de Nete tot bij Mechelen. En weer begint het hard te regenen als we het sportpark de Nekker zoeken, waar onze trekkershut staat voor de komende twee nachten. Dit keer lukt het het sportpark vlot te vinden in de regen.Wij kregen ook een goede instructie, als u uit Nederland komt ligt het park aan de Zuidkant van de stad. Niet alle Belgen zijn vriendelijk. De plaatselijke kruidenier vindt het maar niets, een paar van die natte Hollanders binnen. 

Verregend, maar niet stuk te krijgen
Als we op het sportpark terugkomen blijken de jongens de kou getrotseerd te hebben en zijn ze aan het zwemmen in het meertje. Blauw van de kou begroeten ze ons vrolijk.

Als we op het sportpark terugkomen blijken de jongens de kou getrotseerd te hebben en zijn ze aan het zwemmen in het meertje. Blauw van de kou begroeten ze ons vrolijk.

 


Paleis van Margarata
's Middags gaan we met vijven Mechelen in, een rondje cultuur, funshopping en tussen de buien door op het terras een Mechelse bruine. We genieten van de rustdag en plannen de volgende etappe. Rienke klimt in de telefoon en reserveert een trekkershut in Geraardsbergen.

 

© Schrijver en Schrijver