Etappe 7 Tournai-Cambrai (68 km)

 

Dit wordt een dag die ons lang zal heugen:lekke banden, valpartijen, onweer, poepen langs de drukke provinciale weg, een afschuwelijke stad en een ongastvrije jeugdherberg.
SANT97S2_16.jpg
Franse grens
Prachtige wolkenluchten, alle fietskettingen lopen weer mooi. Kom op, we hebben er zin in. Hè, daar staat de Allycat met een lekke band. Een kwartiertje later fietsen we alsnog weg.
Bij het verlaten van de stad zien we Roald en Yolande, die we eerder in Vlaanderen ontmoet hebben. We fietsen vandaag hele stukken samen op.
Net over de Franse grens slaat de eerste bui in ons gezicht. We wachten de bui af tijdens het plakken van de band van alweer die Allycat (foei Theo, je vindt jezelf toch zo'n goede fietsenmaker). We fietsen weer verder door liefelijke dorpjes met vriendelijke mensen naast verlopen industrie.
SANT97S2_19.jpg
Lekke band
Na de lunch trekt de lucht dicht in het westen, in het oosten schijnt de zon. Wij fietsen precies op de grens van dichte en open lucht. Wanneer barst het onweer los? De dorpjes volgen dicht op elkaar en ieder dorpje staan we even stil om te kijken of we de rit naar het volgende dorpje wagen.
SANT97S2_20.jpg
Lunch
Een dorpje ligt wat verder weg, we wagen het erop. In de open vlakte op een drukke D-weg begint het te hozen. Auto's snellen vlak langs ons heen en ja hoor, juist op dit moment moet Laurens hoognodig poepen. De karavaan komt tot stilstand. We beloven ons zelf een uitgebreide stop in het café in het volgende dorpje. Maar nee, net dit dorp heeft geen café.
SANT97S2_21.jpg
De lucht trekt dicht
Dan maar verder door de stromende regen naar Cambrai. Wat een stad om tijdens de spits binnen te rijden! We worden via allerlei autoboulevards gestuurd. Niemand weet waar de jeugdherberg is. Berend weet nog niet dat je tramrails loodrecht aan moet snijden, slipt en valt. De schade valt gelukkig mee.
Om meer ongelukken in het wilde verkeer te voorkomen, lopen we over de stoep de stad verder door. Eindelijk op het eind van de middag zijn we na een lange dag in de jeugdherberg. Het weerbericht is slecht, wat nu? 
's Avonds laat besluiten we morgen een rustdag te nemen. Het lukt niet om in de buurt van St Quentin een overnachting te regelen. We maken ook de balans op van zeven dagen fietsen. Zeker, we vinden het een heerlijke manier van reizen, maar op een dag als vandaag breekt het slechte weer ons erg op. We zijn flink bepakt, doordat we de kampeerspullen bij ons hebben. We besluiten te proberen de kampeerspullen in de fietskar naar huis te sturen. 
Voorlopig lijkt het toch geen kampeerweer te worden en dan kunnen we eventueel makkelijker met de trein verder reizen, als we het echt niet meer zien zitten.
De volgende dag, een grijze, maar wel droge dag, blijkt Cambrai inderdaad niet waard, maar wij verdienen hem wel. Lui scharrelen we wat rond rond de jeugdherberg. Helaas kunnen we niet in de trekkerskeuken, omdat de herbergierster een bruiloft organiseert. We koken op ons campinggasje op de kamer. Het opsturen van de kampeerspullen blijkt niet mogelijk op een zaterdag en zo komt in ieder geval de keukenuitrusting toch nog van pas.
Na veel gezoek en gepuzzel heeft Rienke een gîte d'étappe geboekt in Trefcon, vijftien kilometer ten westen van St Quentin. Dit betekent dat we een stuk van de route afgaan en St Quentin zelf niet zien. Dat vinden we niet zo erg na onze kennismaking met Cambrai. De dag wordt vooral opgevrolijkt doordat  Le Monde kopt: "Eindelijk dan toch de zon vanaf zondag."

 

© Schrijver en Schrijver