Arzua, een stadje zoals er nu drie hebben gezien, Sari, Melide en Arzua. Stadjes zonder hart, de N-weg loopt er door en met herleving van de camino heeft de hostallerie zich weer ontwikkelt, maar verder is er niets. Dit in tegenstelling tot het prachtige landschap en buurtschappen waar we vandaag door trokken. | |||
Portomarin genummerde stenen |
De lucht is blauw als we vertrekken. In het herbouwde Portomarin (het is verplaatst vanwege het stuwmeer) ontbijten we bij de kerk. De kerk is verplaatst en dat is nog te zien aan de genummerde stenen. Iedere plaats waar we komen, is nu ingesteld op pelgrims. Dat betekent dat het niveau van de voorzieningen aangenaam is. Nooit meer zorgen om de watervoorraad, er is altijd wel een winkeltje open. | ||
kijk uit |
Vandaag zagen we horden pelgrims.
Grote families, maar ook stellen en eenlingen lopen over deze
pelgrimssnelweg. Het is drukker dan ik me had voorgesteld. Na Portomarin klimmen we eerst een uurtje stevig. In het dorpje Ventas de Naron waait het inderdaad flink als we daar koffie drinken. Vanaf dit dorpje slingert de camino zich door kleine Gallicische dorpjes naar Palas de Rei. | ||
horreos |
De weg is vol wandelaars, maar de boeren en koeien blijven de baas op hun wegen. Na Melide kunnen we onze eigen beschreven route niet vinden en volgen de camino de bici, die deels over de wandelpaden gaat en geschikt is voor ATB-ers. | ||
huis |
Over bospaden en boerenakkers mountainbiken we richting Arzua. Als het begint te regenen en de helling erg steil wordt pakken we nog een stuk N-weg. Arzua heeft genoeg hostals en volgens de paaltjes zijn we over 38,5 km in Santiago! | ||
koeien |
de tandem |